Koude pasta maakt je darmen en gewicht blij

Gepubliceerd op 8 juli 2020 om 15:14

Koude pastasalade, wie durft daar nog mee aan te komen. was dat niet heel erg jaren tachtig?
Nee! Koude pasta kan zorgen voor gezondere darmen. Dus voortaan geen koude boterhammen bij de lunch, maar een koude pastasalade. Ik vertel je waarom en hoe.


Pasta is een dikmaker, zit vol koolhydraten en zorgt voor pieken in je bloedsuiker. Helaas is dat maar de halve waarheid.

Laat je pasta afkoelen, dan verdwijnen al die nadelen. Bij koude pasta komt de glucose uit het zetmeel maar voor een klein deel in het bloed terecht. Je bloedsuiker piekt daardoor minder en je hebt minder snel trek.

Darmen blij met koude pasta

Je darmen hebben zelfs baat bij koude pasta. Dat zit als volgt: als je pasta kookt, breekt het zetmeel af tot gewoon zetmeel. Als de pasta daarna afkoelt, verandert het zetmeel van structuur. Het zetmeel ondergaat een proces dat officieel ‘retrogradatie’ wordt genoemd – het wordt resistent. Daardoor kunnen de enzymen in je dunne darm het zetmeel niet meer goed afbreken. Ze sluizen de pasta deels onverteerd door naar je dikke darm.
En dat is goed nieuws voor de bacteriën in je darm: zij zijn dol op al die zetmeeldeeltjes. Ze fermenteren het zetmeel en zetten dat om in gezonde voedingsstoffen. Koude pasta kan daarom helpen om een gezondere darmflora te krijgen. En dat is goed nieuws voor je spijsvertering en ook je wens om slanker te worden of op gewicht te blijven.

Koude pasta als lunch

Gooi je overgebleven pasta dus nooit, nooit weg. Je darmbacteriën lusten er tijdens de lunch wel pap van. En zeg eens eerlijk: jij toch ook!
Pasta als lunch is lekker maar heeft als nadeel dat het een beetje slap en zompig kan worden. Er zijn veel lunchtrommels die uit twee of meer delen bestaan, hierin kan de sla apart bewaren waardoor die fris en knapperig blijft. Je hoeft alleen eventjes alles te mengen.


6 principes van een koude pastasalade
Recepten voor koude pasta zijn geen hoogstandje uit je keuken – dat weet ik. En toch kun je er oneindig mee variëren. Ik geef je de zes basisprincipes, maar varieer zelf ook als een dolle!

 

1. Het oog wil ook wat … kies een onbekende pastasoort

Pasta is pasta. Maar die macaroni en penne kennen we wel. Buk bij het pastaschap en kies een wat minder bekende pastasoort. Bavette, conchiglie of pappardelle – het is lood om oud ijzer maar het klinkt als feest!


2. Varieer met peulvruchten

Doe bonen, erwten, peultjes door je pastasalade – kook ze even kort.


3. Grill groente voor je smaakpapillen

Superlekker: gegrilde groente door je pastasalade. Aubergine, paprika, wortel en courgette. Groene paprika wordt minder bitter als je hem grilt en is een vezeltopper.


4. Maak altijd een dressing

Combineer olijfolie met balsamicoazijn, citroen- of sinaasappelsap en doe dit door je salade. Voor extra smaak kun je er knoflook, sjalotje of chilivlokken aan toevoegen.


5. Vergeet de sla niet

Een salade is niet compleet zonder … sla . Doe dus blaadjes sla door je pastasalade maar overdrijf niet – het is een pastasalade en geen slasalade.


6. Voeg een bite toe

Een pastasalade wordt lekkerder door een zout, zoet en knapperig ingrediënt. Kies voor ingrediënten als Parmezaanse kaas, feta, zalm, geroosterde tomaat, ansjovis, zeezout, sjalotjes en olijven. En: varieer met hard en zacht. Meng ook knapperige ingrediënten door je salade: zonnebloempitten die je roostert in de pan, croutons die zijn geroosterd met olijfolie. En vergeet de zachte en zoete ingrediënten niet: rozijnen, druiven en honing.

 

Bron: LekkerGezond